Glennis Grace krijgt keiharde kritiek: ‘Het is je eigen ghetto-houding!’


Juicekoningin Yvonne Coldeweijer heeft haar mening geuit over de recente exit van Glennis Grace uit de Ladies of Soul, en ze is duidelijk niet terughoudend.

In haar podcast “De Juice Show” benadrukt Coldeweijer dat Grace’s reactie op haar vertrek volgens haar overdreven is.

Volgens Coldeweijer is het begrijpelijk dat de Ladies of Soul niet verder wilden met Grace, gezien haar recente incident bij de uitgang van een supermarkt, waar haar imago werd geschaad.

Voor een groot evenement zoals in de Ziggo Dome kunnen de dames geen risico’s nemen.

“Wat als Glennis de rest ook besmet? Dat zou natuurlijk een financieel drama zijn,” aldus Coldeweijer.

Coldeweijer benadrukt dat het echte leven anders werkt dan een kinderspeelplaats.

“Dit gaat over een carrière van een groep waarbij één persoon uit de bocht is gevlogen en haar imago ernstig heeft beschadigd,” zegt ze.

“Het is niet van: kom maar, jij hebt je straf gedaan, je was stout geweest, je hebt in de hoek gestaan, nou gaan we allemaal samen weer scheppen. Nee!”

Volgens Coldeweijer handelen de Ladies of Soul gewoon zakelijk. “Het is: jij bent scha delijk nu voor ons imago en er moet brood op de plank.”

”Helaas. Ja, ik snap het wel. Is het eerlijk? Nee. Dat is helemaal niet eerlijk. Guess what? Life is not fair.”

Hoewel Glennis Grace haar straf heeft uitgezeten, betoogt Coldeweijer dat het rechtssysteem niet bedoeld is om fouten te belonen.

“Het is de bedoeling dat je je aan de wet houdt, dat iedereen zich aan de wet houdt en dat je die niet overtreedt, zodat dit soort grappen ook niet gebeuren,” verklaart ze.

Coldeweijer concludeert dat Grace nu een imago heeft dat scha delijk is voor de Ladies of Soul en dat dit begrijpelijkerwijs niet wordt geaccepteerd.

“Dan moet Glenda lekker gewoon alleen gaan zingen. Klaar,” aldus Coldeweijer. Volgens haar was Grace’s grootste fout haar reactie na het incident bij de Jumbo.

“Ze heeft het ook zelf gedaan door niet het boetekleed aan te trekken, maar te blijven zeggen: ‘Ja, nee, het is toch mijn kind’, blablabla,” besluit Coldeweijer.