Het gebruik van contant geld neemt af in onze steeds meer gedigitaliseerde samenleving, weinig mensen hebben dan ook cash geld in hun knip.
In het dagelijks leven zien we een groeiende voorkeur voor het gemak en de snelheid van contactloos betalen met pinpassen of smartphones.
Deze trend wordt versterkt door de toename van locaties, waaronder pretparken en sommige geavanceerde supermarkten, waar alleen elektronische betalingen mogelijk zijn.
Dit schakelen naar digitale betaalmethoden is echter niet voor iedereen een welkome verandering.
Vooral veel ouderen, die de voorkeur geven aan contant geld, ondervinden hinder van deze ontwikkeling.
Deze verschuiving heeft ook financiële implicaties. Bijvoorbeeld, bij ABN AMRO worden klanten geconfronteerd met kosten voor het opnemen van contant geld.
Er wordt een tarief van 5 euro per transactie gerekend, bovenop een percentage van 0,5% van het opgenomen bedrag, indien men meer dan 17.500 euro per jaar opneemt.
Dit betekent dat het opnemen van 1000 euro al snel 10 euro aan kosten met zich meebrengt. Voor studenten geldt deze regel al bij een jaarlijkse opname van 6000 euro.
Ook bij Rabobank zijn er kosten verbonden aan het opnemen van contant geld bij pinautomaten van andere aanbieders dan Geldmaat, waarbij een vast bedrag van 0,75 cent per opname wordt gerekend.
Andere banken overwegen om slechts één gratis geldopname per dag toe te staan. Deze veranderingen onderstrepen een duidelijke trend:
het bij je dragen van contant geld wordt steeds duurder, een ontwikkeling die vooral voor bepaalde groepen in de samenleving nadelige gevolgen kan hebben.